In de klas: JA MAAR- en JA EN-stoel

stock-photo-1429639-two-chairs-ready-for-discussion#energizer #vaardigheid: taal

Twee kinderen gaan tegenover elkaar zitten op een stoel. Stoel 1 is de JA MAAR-stoel, stoel 2 is de JA EN-stoel. Er is één onderwerp, bijvoorbeeld verjaardagen. De leerkracht begint het gesprek over verjaardagen en de leerlingen antwoorden steeds met zinnen die starten met JA EN of JA MAAR (afhankelijk van op welke stoel je zit). Wat voor persoon wordt de leerling op stoel nummer 1? En op stoel 2? Bespreek dit met de klas.

In de klas: De kleuren-warming-up

MAAS cmk_zon0248 kl#energizer

Iedereen loopt door elkaar. De meester/juf gooit een bal naar een leerling. Deze leerling moet binnen vijf seconden een kleur noemen. Lukt dat niet, dan is diegene af. Als er een kleur genoemd wordt, moeten alle leerlingen binnen 10 seconden iets uit de ruimte aanraken met de genoemde kleur. Lukt dat niet: af! Behalve kleuren zou je ook letters kunnen gebruiken: raak iets aan dat begint met de letter M!

In de klas: De droom

candyland#theater #vaardigheden: verbeeldingskracht, inlevingsvermogen

Alle leerlingen zitten aan de kant. Eén leerling krijgt een locatie te horen/te zien waar hij/zij over droomt. Bijvoorbeeld snoepjesland. Deze leerling gaat zonder te praten laten zien wat je kunt doen in snoepjesland. De leerlingen aan de kant mogen meedoen als ze weten over welke plek de dromer droomt. Na afloop controleren we of iedereen dezelfde plek in gedachten had.

In de klas: Archeologische ontdekking

IMG_5996#theater #vaardigheid: verbeeldingskracht

Verdeel de klas in groepjes van vier à vijf leerlingen. Eén leerling is de archeoloog en doet de opgraving. De archeoloog bepaalt wat hij/zij opgraaft. Dat kan een bot zijn, of een lepel, of een mammoet, of een ruimteschip, enz. Zodra de archeoloog heeft genoemd wat hij/zij gevonden heeft, krijgen de andere groepjes 1 minuut om plat op de grond te gaan liggen om met elkaar het voorwerp te vormen dat is opgegraven. Je kunt er eventueel een wedstrijd van maken: welk groepje heeft het voorwerp het beste laten zien? Die krijgt een punt, de meester/juf kan de jury zijn. Of: één leerling was op de gang en moet raden welk voorwerp de archeoloog heeft opgegraven.

In de klas: Een goed gesprek

Questions and Answers signpost#vaardigheid: samenwerken, dialoog

Deze oefening is handig ter introductie van een thema of om een bepaald onderwerp bespreekbaar te maken. De leerkracht schrijft een dialoog tussen zichzelf en de klas. Elke zin die de klas zegt is genummerd, van 1 tot bijvoorbeeld 5. De leerkracht knipt de zinnen van de klas uit en deelt ze uit in de klas, maar legt niets uit. Dan begint de leerkracht met het voorlezen of spelen van zijn eerste zin. De klas geeft het geschreven antwoord dat het beste past. Bijvoorbeeld:
Leerkracht: De les van vandaag is anders dan alle andere lessen.
1: O ja? Wat spannend! Wat gaan we dan doen? Leerkracht: We gaan vooral heel veel niet doen.
2: Dat klinkt vreemd… Kunt u dat uitleggen? Leerkracht: Ik had vannacht een droom waarin ik dacht: wat als alles anders zou zijn.
3: Bedoelt u dat we vandaag niets gaan leren? Leerkracht: Ik dacht: wat als jullie mij eens les gaan geven vandaag?
4: Ja, dat is leuk! Ik weet wel iets wat ik dan zou kunnen vertellen! Leerkracht: O, dat wil ik graag horen straks. Heeft iemand nog een idee?
5: Wat als er vandaag geen antwoorden zijn, maar alleen maar vragen… Leerkracht: Ja! We zouden een toets kunnen doen waarbij alle antwoorden goed zijn, omdat je ze beantwoordt met nog een andere vraag!
Etc…