Met de klas

Ter voorbereiding op het kringgesprek kun je al het materiaal (aantekeningen, anekdotes, foto’s) dat je hebt verzameld nog eens de revue laten passeren. Kijk of er leuke fragmenten zijn die je kunt herhalen, of waar je aan kunt memoreren. Maak een A4 waarop je opmerkelijke uitspraken of foto’s verzamelt.

Terugkijken
Laat leerlingen vlak na de oefeningen opschrijven hoe ze het vonden en schrijf zelf ook mee als je iets moois of bijzonders ziet of juist als het mis dreigt te gaan. Je kan bij je eerste les een theaterschrift uitdelen. Dat is na een lessenreeks ook een mooi document van wat de leerlingen hebben meegemaakt. Zeker als er tijd is om af en toe een tekening of foto bij te voegen.

Kijk of je de leerlingen kunt verleiden om op een andere manier terug te kijken. Dus niet: hoe vond je het? Maar: als de les een liedje was, hoe zou het klinken? Vrolijk, druk? Als de les het weerbericht was, wat voor weer was het dan geweest? Zonnig, stormachtig?

Met elkaar terugkijken op wat er gedaan is, geeft je inzicht in wat de leerlingen hebben ervaren. Dat kan je weer inspireren voor je volgende les. Voor de leerlingen is het een moment om te leren benoemen wat ze hebben gedaan, om het te overstijgen en elkaar positieve feedback te geven. Dat kan ook een expliciet doel van je zijn. Want is het geven van opbouwende kritiek niet het moeilijkste dat er is? Dat kan niet vaak genoeg geoefend worden.

Afspringen
Heb je zin om met zijn allen fysiek af te sluiten, dan kan je met elkaar ‘afspringen’. Je vraagt de leerlingen in een woord de les samen te vatten. Bijvoorbeeld: griezelen. Je laat iedereen door de hurken gaan en tegelijkertijd opspringen. Met de sprong  wordt het gekozen woord de wereld in geroepen. Je kan dit een paar keer doen, van hard naar zacht bijvoorbeeld.

Een andere variant is met pijl en boog. Je spant de imaginaire boog, verder en verder, en tegelijkertijd laat je de pijl met het woord los in de ruimte.