Ketting

Duur: 10-20 minuten
Waar: in de klas, of in het gym- of theaterlokaal
Doelgroep: groep 1 tot en met 8
Wie: klassikaal of in groepjes

Inhoud
Je staat in een kring (zittend op een stoel kan het ook). Je benoemt de sfeer of een personage uit het verhaal. Je zet muziek op die daarbij past. Eén leerling maakt een beweging, het zwaaien van een hand, een hinkel-sprongetje, alles mag, maar geef de opdracht het simpel te houden. Iedereen herhaalt de beweging. Dan maakt de volgende een beweging, iedereen herhaalt eerst beweging één en daarna beweging twee. Zo worden alle bewegingen achter elkaar geplakt zoals in ‘Mijn tante gaat op reis en neemt mee’. Je kunt de leerlingen ook eerst allemaal een beweging laten maken, die aan elkaar laten zien en dan zelf een fijne volgorde laten kiezen.

Bruikbaarheid
Als het samenspel in de groep lastig is, verbeter je dat met deze oefening. Daarnaast kun je het maken van een bewegingsketting zien als choreografie. Je kunt de bewegingen uit elkaar halen en eventueel in een andere volgorde zetten. Deze manier van een choreografie maken is met elk thema uit te werken. Het geeft snel resultaat en de choreografie is echt door de leerlingen zelf gemaakt.

Idee voor een langere les
De bewegingsketting kan ook afgewisseld worden met korte teksten. Zo krijgt de bewegingsketting (choreografie) meerdere lagen. Deze choreografie kan, met of zonder tekst, onderdeel worden van je presentatie. Zie bij Denken: Samenstellen en Presenteren.

Een choreografie is een chiquer woord voor dans. In een muziekstuk zijn het de noten en de maat die de lengte, de hoogte en de volgorde van de muziek bepalen. Zo legt een choreografie de volgorde van de bewegingen vast. Maar ook de lengte, het ritme en de kwaliteit worden in een choreografie bepaald. Meestal wordt een choreografie niet opgeschreven zoals bij muziek. De dansers of bewegers repeteren net zolang totdat ze de choreografie van buiten kennen en de choreograaf (de maker van de dans) tevreden is.