Meer met tableaus

TABLEAU MET INSPRINGEN
Duur: 10 minuten
Waar: in de klas, of in het gym- of theaterlokaal
Doelgroep: groep 3 tot en met 8
Wie: klassikaal

Inhoud
Eén leerling mag een houding aannemen in Freeze. De anderen kijken of ze de houding herkennen, wat ze ermee associëren en mogen door in te springen de houding versterken. Dus niet nadoen, maar iets toevoegen. Na elke beweging volgt de Freeze. Zo ontstaat er gaandeweg een tableau. Afhankelijk van het niveau van de groep schat je in of je het voor moet doen met een groepje of niet.

Bruikbaarheid
Deze oefening is handig om te kijken wat het niveau van interpreteren en kijken is. Hoe snel snappen ze de oefening, wat voegen ze toe. Afhankelijk van je thema kun je de oefening op verschillende manieren inzetten. Of: Je laat de leerlingen zelf houdingen en bewegingen verzinnen, dat stimuleert de creativiteit. Als je het tempo iets opvoert kan er een flow ontstaan. Of: Je legt juist heel erg de nadruk op het duidelijk uitbeelden: hoe kan ik zien dat jij een bos en geen flatgebouw bent?

Idee voor een langere les
Je kunt een aantal tableaus achter elkaar plakken. Zo ontstaat al snel een klein verhaal. Tableau één is bijvoorbeeld een gezellige familie aan tafel. In tableau twee zitten de leerlingen onder de tafel en trekken aan elkaars haar. In tableau drie zit iedereen weer netjes aan tafel en kijkt zogenaamd gezellig. Bedenk wat de beste bewegingen zijn om van tableau naar tableau te gaan. Zie ook het basisblok Tableau. Inspringen kun je ook gebruiken bij korte scènes. Bijvoorbeeld leerling 1 staat achter de toonbank, leerling 2 komt binnen en vraagt naar een worteltaart, dan weet leerling 1 dat hij/zij bakker is en speelt meteen de bakker.

TABLEAU MET ROLLEN
Duur: 10 minuten
Waar: in de klas, of in het gym- of theaterlokaal
Doelgroep: groep 3 tot en met 8
Wie: Klassikaal

Inhoud
Door middel van tableaus zijn verschillende rollen snel te onderzoeken. De leerlingen staan op de vloer. Je roept een rol, bijvoorbeeld tovenaar, monster, prins, prinses, enzovoort. Maar het kan natuurlijk ook gerelateerd zijn aan jouw thema. En kinderen kunnen ook zon, bloemen en de geur van gras uitbeelden, als het thema bijvoorbeeld lente is. Steeds klap je in je handen en bij elke klap maken ze een nieuw fotomoment van de rol. Vervolgens laat je ze één rol kiezen en voeg je bijvoeglijke naamwoorden toe. De gevaarlijke tovenaar, de blije tovenaar, de sombere tovenaar, de verliefde prins, de gevangen prinses, de boze prins. De leerlingen maken een aantal tableaus van hun rol en plakken deze aan elkaar. Er ontstaat een kort bewegingsverhaal, een choreografie. Kies passende muziek en luister samen naar het beste moment in de muziek om de choreografie op uit te voeren. Daarna kies je manieren om op de rest van de muziek te bewegen. Bijvoorbeeld: door rustig te lopen, door slow-motion, zittend op een stoel, of vrij dansend.

Bruikbaarheid
Deze oefening geeft een bewustzijn over hoe je vanuit je lichaam een verhaal kunt vertellen. Je doet het in stapjes, omdat het dan makkelijker op te bouwen is. De leerlingen hebben houvast aan de strakke structuur. Ze moeten goed naar de muziek luisteren en daarop reageren. Je traint rollen en je traint het vermogen te transformeren.

Idee voor een langere les
Breid de rollen uit naar een verhaal of een voorstelling met bijbehorende muziek. De leerlingen hebben tijdens het spelen houvast aan de dynamiek van het verhaal en het ritme van de muziek.