DOEN – 6. Schetsen

Door bij de start van een opdracht de leerlingen eerst een paar schetsjes van hun ideeën te laten maken stimuleer je de leerlingen om verder te denken dan alleen het eerste idee waardoor de verbeelding meer gestimuleerd wordt.

Schetsen toegepast in een les:
Vlekken maken
1. inspiratie: Kijk, om de les te beginnen, bij inspiratie voor de introductie van het thema.
2. doen:
– De klas fantaseert over verschillende soorten vlekken (bijvoorbeeld een lekkage in huis of tandpasta op je nieuwe trui). De vlekken kunnen van kwaad naar erger (overdrijven mag) en leerlingen schetsen de vlek in 4 fases. Een makkelijke manier hiervoor is om een A4tje in vieren te vouwen en in elk vakje een andere schets te maken.
– Uiteindelijk kiezen de leerlingen hun beste, mooiste, interessantste of meest vieze vlek en werken deze uit. Dit laatste kan met diverse materialen.
3. reflectie: Kijk bij reflectie om de kinderen te stimuleren hun verbeelding te uitten en om de les goed af te sluiten.

NB: In plaats van vlekken kan de klas natuurlijk ook steeds meer in verval rakende ruïnes of steeds bozere monsters tekenen.