DOEN – 1. Verrassende wending in de les

Door een verrassende wending in de les aan te brengen forceer je de leerlingen anders naar hun werk te kijken en de verbeelding opnieuw te stimuleren.

Verrassende wending toegepast in een les:

Eerst het werk van de kunstenaar Isabelle Wenzel bekijken.

– De kunstenares staat zelf op de foto, hoe heeft ze dit gedaan?
– Waar lijkt het op?
– Waarom doet de kunstenares dit?
– Is er iets bijzonders aan de achtergronden?

Daarna met plastic borden, bekers en andere spullen uit de klas de leerlingen laten experimenteren met de verschillende houdingen.

– Hoe is het om dit te doen?
– Op geen enkele foto staat het hoofd van de kunstenares. Waarom zou dat zijn? En hoe heeft ze dat gedaan?

Daarna in groepjes iedere leerling verschillende houdingen laten kiezen. Voor de foto doen ze alsof ze iets vast hebben.Van twee verschillende houdingen foto’s maken.
De rest van de klas start met het maken van de achtergrond, de vloer en de muur. Met een liniaal trekken de leerlingen een rechte lijn. Onder is de vloer, erboven de muur. Op allebei komt een patroon wat de leerlingen zelf mogen bedenken. Dat kan met potlood en viltstift, maar ook erg goed met gekleurd tape. Benadruk dat de patronen abstract moeten blijven, en dat er herhalingen in moeten zitten.
Daarna krijgen de leerlingen hun eigen foto’s terug. Ze knippen zichzelf zo netjes mogelijk uit. Zonder de omgeving op de foto kun je jezelf op allerlei manieren neerzetten, op z’n kop, liggend, springend en nog veel meer.

We worden allemaal supersterke acrobaten. Uit tijdschriften knippen de leerlingen voorwerpen en vormen die hun foto gaat balanceren of optillen. Met de knipsels maken ze een compositie en daarna plakken ze het op de achtergrond.