DOEN – 4. Muziek

Muziek kan een ingang zijn om beeldend te werken. Muziek kan een bepaalde sfeer, emoties of beweging oproepen. Gebruik muziek die de kinderen normaliter niet horen. Denk aan instrumentale jazz, klassieke muziek, flamenco, tango of hedendaagse, experimentele elektronische muziek.

Muziek toegepast in een les:
Dansende monsters
1. inspiratie: Kijk, om de les te beginnen, bij inspiratie voor de introductie van het thema.
2. doen:
– Laat de leerlingen, terwijl ze luisteren naar de muziek:
optie A: een handje met snippers gekleurd papier verdelen/strooien op een groot vel.
optie B: met houtskool bewegen op een groot vel.
optie C: met grote kwasten en rollers lijnen maken op een groot vel.
NB: Laat de leerlingen abstract werken. Om uit te leggen en te ervaren wat abstract is kijk bij theater: abstract.
– Laat de kinderen, als de muziek is afgelopen, heel goed naar het resultaat kijken. Herkennen zij in de spontaan ontstane vormen monsters? Wat voor een soort monsters?
– Tot slot krijgen de kinderen een wasco krijtje of zwarte stift en geven daarmee de vorm een oog waardoor het monster zichtbaar wordt. Het is mogelijk om de monsters nog verder in te kleuren met scherpe tanden, tongen, vleugels, etc.
3. reflectie: Kijk bij reflectie om de kinderen te stimuleren hun verbeelding te uitten en om de les goed af te sluiten.