Woordenschatprogramma’s overschat

banaan als telefoon‘Dicht het gat in de woordenschat en kinderen krijgen onderwijskansen’, dat is het idee achter woordenschatprogramma’s. Amerikaans onderzoek wijst echter uit dat die stelling een oversimplificering is van het probleem van kinderen met een taalachterstand. Net zoals voor het bouwen van een huis meer nodig is dan bakstenen stapelen, zo is voor de aanpak van taalachterstand iets anders vereist dan een set woorden trainen. Een woord krijgt pas inhoud als een kind er ervaring mee heeft in de werkelijkheid. “Beter is om vloeiende gesprekken te hebben rond gedeelde rituelen en objecten, bijvoorbeeld doen alsof je samen thee drinkt of een banaan gebruiken als telefoon. Dat zijn de dingen waar taal van ‘gemaakt is’ ” aldus Kathryn Hirsch-Pasek, professor Psychologie aan de Temple University. Dus het gaat niet om de kwantiteit maar om de kwaliteit in de communicatie. De embodied learning methode, die ook wordt gebruikt in het Stel je voor-programma, onderschrijft dit. Klik hier voor het Amerikaanse onderzoek.