DOEN – 2. Materialentafel

Een materialentafel is een tafel waarop zoveel mogelijk verschillende materialen uitgestald zijn, die de leerlingen kunnen gebruiken bij de opdracht. De kinderen mogen aan een materiaaltafel zelf kiezen met welk materiaal ze willen werken. Deze vrije keuze geeft een extra impuls aan de verbeeldingskracht. In principe kan op de materialentafel alles liggen wat voorhanden is.
Denk aan:
– aluminiumfolie
– vershoudfolie
– wc-papier
– lapjes stof
– plastic bekertjes
– rietjes
– satéprikkers
– plastic doppen
– pet-flesjes
– plastic bakjes (bijv. van groente/fruit)
– mandarijnennetjes
– kurken
– oude verpakkingen
– oud karton
– restjes knutselpapier
– stickers
– glazen potjes en deksels
– rijst/pasta/couscous
– wol
– touw
– ijzerdraad

De materialentafel toegepast in een les:
Stel je voor, je gaat op wereldreis, wie of wat neem je dan mee?
1. Inspiratie: Kijk, om de les te beginnen, bij inspiratie voor de introductie van het thema.
2.Doen: – Voer klassikaal een gesprek over onderweg zijn. Gaan ze zelf wel eens met de auto, tram, fiets, een boot of misschien zelfs met een vliegtuig? Bespreek met de leerlingen hoe ze het liefste reizen: rijden over land, vliegen door de lucht of varen over het water.
– Als de kinderen hebben gekozen hoe ze het liefste reizen (land, water of lucht) dan mogen ze een voertuig maken waarmee dat het beste kan. Werk met één basismateriaal, bijvoorbeeld klei of papier, en laat de leerlingen extra materiaal vrij kiezen van de materialentafel
3. Reflectie: Kijk bij reflectie om de kinderen te stimuleren hun verbeelding te uitten en om de les goed af te sluiten.